Meetinstructie om zelf je woning op te meten

  • 3 min. leestijd

Je huis meten – zo doe je dat

Een belangrijke specificatie van elke woning is de gebruiksoppervlakte wonen. Deze term (uitgedrukt in m2) geeft aan hoeveelheid oppervlakte je tot je beschikking hebt.

p.s. je kan de oppervlakte berekenen door de lengte te vermenigvuldigen met de breedte. Een ruimte van 2 meter breed en 3 meter lang, heeft een oppervlakte van 6 m2. Het aantal m2 is een belangrijke factor van de prijs. Hierdoor zie je bij veel woningen ook de vraagprijs per m2 vermeld staan.

Vergelijk geen appels met peren

Als je de oppervlakte van je huidige woning wilt vergelijken met een andere woning, dan is het belangrijk dat beide woningen volgens dezelfde regels zijn gemeten. Is dat niet het geval, dan ben je appels met peren aan het vergelijken. We spreken regelmatig klanten die groter willen gaan wonen en op basis van een verkeerde oppervlakte op zoek gaan. Stel dat je er vanuit gaat dat je huidige woning 110 m2 is en je komt net iets tekort. Dan zou je bijvoorbeeld op zoek kunnen gaan naar een nieuwe woning van 115 m2. Maar wat als je huidige woning niet 110 m2 is, maar slechts 100 m2? Dan zou 110 m2 misschien al voldoende zijn. In dat geval heb je wellicht meer keuze en ben je waarschijnlijk ook goedkoper uit.

Laat altijd meten conform de NEN2580

Als je een woning op puurmakelaars.nl of Funda.nl ziet, dan is het woonoppervlak altijd gemeten via een gestandaardiseerde meetinstructie: dit is conform de NEN2580. In deze norm is precies vastgelegd hoe oppervlakten en inhouden van gebouwen gemeten moeten worden. Als de oppervlakte van een woning is gemeten via deze methode, spreekt men gebruiksoppervlakte wonen.

Het mag dus geen verschil maken of persoon A, of persoon B de woning meet: als ze zich houden aan de NEN2580, dan moeten ze hetzelfde meetresultaat krijgen. Ook als je een officieel taxatierapport op laat stellen, zal er worden gemeten volgens de regels van de NEN2580. Wil je dus weten wat de echte gebruiksoppervlakte wonen is van jouw huis, dan zal je die moeten laten meten op basis van de NEN2580. Hier kan je PUUR* Makelaars voor inschakelen, maar er zijn ook andere andere partijen die dit voor je kunnen verzorgen.

Wat is de gebruiksopppervlakte wonen van mijn huis?

Het opmeten van de gebruiksoppervlakte wonen van een woning conform de NEN2580 is een specialistische klus en kan je niet zomaar zelf doen. Ook zal een eigen meting niet worden geaccepteerd als het nodig is voor een officieel document.

Uiteraard kan je voor een grove indicatie wel zelf aan de slag gaan en de richtlijnen van de NEN2580 zo goed mogelijk volgen. Met welke regels moet je rekening houden voor het meten van de gebruiksoppervlakte wonen:

  1. Meet altijd binnen de buitenste- of woning scheidende muren, inclusief dragende en niet-dragende binnenwanden. Met buitenste/scheidende muren worden bedoeld de wanden/muren die de ene woning van de andere woning scheiden en de muren die de woning van de buitenwereld afscheiden.
  2. Meet altijd per verdieping op vloerniveau tussen de opgaande muren. Incidentele inspringende gebouwdelen (met een oppervlakte kleiner dan 0,5 m²), zoals bijvoorbeeld een kolom, mag je meerekenen.
  3. Er dient gemeten te worden langs de muur. Radiatoren, leidingen, kabelgoten, wandgoten, kozijnen, vensterbanken etc. kunnen bij de meting worden genegeerd.

Voordat je gaat meten is het belangrijk om te weten wat je NIET mee mag tellen voor de gebruiksoppervlakte wonen. Dit is:

  • De oppervlakte met een netto hoogte die lager is dan 1,5 m, met uitzondering van de oppervlakte onder een trap;
  • De oppervlakte van ruimten die niet voor mensen toegankelijk zijn;
  • De oppervlakte van een trapgat, een vide of een combinatie van beiden, indien deze 4,0 m2 of groter is;
  • Oppervlakte van een leidingschacht, inspringend bouwdeel of van een vrijstaande bouwconstructie, indien deze 0,5 m2 of groter is;
  • De oppervlakte van een nis die kleiner is dan 0,5 m²
  • Inspringende gebouwdelen met een oppervlakte groter van 0,5m²
  • Ruimtes die bouwkundig slechts geschikt zijn als bergruimte. Voorbeelden hiervan zijn een kelder, fietsenstalling of een garage;
  • Bergzolder, dat wil zeggen een voor mensen toegankelijke zolder die alleen geschikt is voor incidenteel gebruik. Dit is bijvoorbeeld het geval als de zolder niet met een vaste trap bereikbaar is en/of sprake is van een zolder met onvoldoende daglichttoetreding (raamoppervlakte kleiner dan 0,5 m²).

Een keuken, vaste kast, meterkast, gang, trapkast, badkamer en toilet binnen de woning worden tot de gebruiksoppervlakte wonen gerekend. Een bijkeuken, pantry, wasmachine- of cv-ruimte, of overige ruimte binnen de woning, worden gerekend tot de gebruiksoppervlakte wonen, mits deze ruimten zich binnen de woning bevinden en deze ruimten verwarmd/geïsoleerd zijn.

Meet elke woonlaag conform voorgaande regels. Tel vervolgens alle waarden bij elkaar op en je hebt een grove inschatting van de totale gebruiksoppervlakte van je woning.

Info / bron: